De boerenprotesten in Europa zijn ook op de agenda van het Europees Parlement geraakt. De parlementariërs hadden tijd ingeruimd om te debatteren over de situatie van Europese boeren. Maar dat kwam er vooral op neer dat iedereen voor eigen parochie preekte.
Hadjah Lahbib, de Belgische Minister van Buitenlandse Handel, nam als eerste het woord (België is dit halfjaar voorzitter van de Europese Raad). Het GLB is essentieel voor de landbouw, stelde ze, maar dat sinds dat is vastgesteld zijn er een aantal schokken geweest; Covid, de oorlog in Oekraïne. In het licht van die schokken moet worden gekeken of het vastgestelde beleid nog wel bij de huidige situatie past. Het GLB moet voedselveiligheid en een eerlijk inkomen voor boeren garanderen, stelde ze. De Europese landbouw moet duurzaam zijn in alle betekenissen van het woord; niet enkel wat klimaat en biodiversiteit betreft, maar ook voor boereninkomens.
Namens de Commissie nam Eurocommissaris Maroš Šefčovič, verantwoordelijk voor de Green Deal, het woord. Hij erkende dat veel boeren klem zitten, maar zag ook een toenemende polarisatie. „Daarom moeten we belanghebbenden bij elkaar brengen om gezamenlijke oplossingen te vinden, en een nieuwe consensus”, zei hij.
Maar de roep om consensus was niet echt besteed aan de parlementariërs. Manfred Weber, leider van de Europese Volkspartij (waar voor Nederland het CDA bij is aangesloten) bracht in hoe zijn fractie verzet had gevoerd tegen de natuurherstelwet en de verplichting om het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen te halveren. S&D-leider Iratxe Garcia Pérez vond eerder dat boeren het slachtoffer zijn van oneerlijke handelspraktijken, terwijl Philippe Lambert, voorman van de Groenen, stelde dat boeren slachtoffer zijn van het liberale economische systeem dat andere partijen hadden opgetuigd. Ulrike Müller van Renew Europe wees op de grote regeldruk, waar boeren volgens haar overweldigd door raakten.
Franse Europarlementariërs van links tot rechts richtten hun pijlen op de Europese handelsakkoorden, want Franse boeren exporteren veel minder naar de wereldmarkt en ondervinden vooral nadelen van goedkope Europese importen. Spaanse parlementsleden vonden het niet terecht dat Spaanse vrachtwagenchauffeurs geraakt werden door wegblokkades van Franse boeren. Parlementariërs uit Oost-Europa maakten zich sterk voor het gelijktrekken van hectarepremies over alle lidstaten, hoewel de prijzen voor grond en andere kosten in het Westen veel hoger liggen. Christophe Clergeau (Socialisten & Democraten, de fractie waar de Nederlandse PvdA bij zit) pleitte er zo ongeveer voor om landbouw te nationaliseren, om de sector zo te beschermen tegen de druk van de markt, en om kleine boeren te steunen.
Tussen alle argumenten en klachten door kwamen ook wat werkbare ideeën. Zoals de vraag om de regeldruk te verminderen en niet vanuit Brusselse ivoren torens beleid op te leggen, maar om boeren bij de regelgeving te betrekken, en een oproep om voor voorgenomen beleid een impactanalyse te maken.
Aan het eind van het debat stelde commissaris Šefčovič nogmaals dat partijen in Europa niet tegenover elkaar moeten staan, maar met elkaar naar constructieve oplossingen moeten zoeken. „Er zijn geen simpele oplossingen voor een complexe situatie.” De goede oplossingen hoopt hij te vinden in de dialoog over de toekomst van de landbouw, die de Commissie heeft opgestart. Die dialoog moet geen top-down benadering worden vanuit de ivoren toren van Brussel, maar een brede dialoog waarin alle belanghebbenden mee kunnen doen, niet in de laatste plaats de boeren zelf. „Grote boeren, kleine boeren, jonge boeren, biologische boeren.”
Šefčovič verwacht dat die dialoog rond de zomer een uitkomst geeft. Maar dat zal na de Europese verkiezingen zijn.
Tekst: Wim van Gruisen
Beeld: Europees Parlement
Bron: Stal en Akker
Deel dit artikel